Vorige week mocht ik twee uitvaartceremonies begeleiden. Bij de ene wilden de kinderen en kleinkinderen liever niet zelf spreken. Bij de andere waren er zeven toespraken, onder meer van de vrouw, kinderen en ouders van de overledene. Mijn rol in beide situaties was heel verschillend.
In het eerste geval wilde ik van de kinderen graag het levensverhaal van hun moeder horen. En ook: wat voor vrouw, moeder en oma was zij? Welke herinneringen zul je koesteren? Wat maakte haar voor jou en voor anderen bijzonder? Er viel veel te vertellen over deze kleurrijke, eigenzinnige en actieve vrouw en dat heb ik tijdens het afscheid dan ook gedaan. Namens de kinderen vertelde ik achtereenvolgens over haar jeugd en haar moederschap, over haar vele maatschappelijke rollen en tot slot over het laatste deel van haar leven. We wisselden de verhalen af met muziek die zij zelf uitgekozen had. En we begonnen en eindigden met muziek die de kinderen uitkozen. Alle teksten die ik uitsprak had ik tevoren voorgelegd aan twee van de kinderen. Zij hebben deze zorgvuldig doorgenomen. Soms schrapten ze of vulden ze wat aan, soms veranderden ze een paar woorden omdat het op die manier beter bij hun moeder paste. Het was een prettige samenwerking met een prachtig eindresultaat. De afscheidsdienst was eenvoudig qua opzet, warm en liefdevol qua inhoud.
De andere uitvaartceremonie vergde iets anders van mij. Ook hier ging ik met zijn naasten in gesprek: wie was hij, wat maakt hem tot zo’n mooi en bijzonder mens, wat was belangrijk voor hem? Maar in plaats van zelf veel schrijven en zeggen was ik hier meer bezig met het samen vormgeven van de ceremonie. Hoe gaan we het doen? Voor zijn overlijden had ik al twee keer met hem en zijn gezin gepraat over zijn levenseinde en uitvaart. Zijn gezin wist dus al goed hoe ze het nu wilden. Omdat zoveel mensen belangrijk voor hem waren geweest (en hij voor hen!), besloten we om aan het begin namens elke ‘sociale kring’ in zijn leven een kaars aan te laten steken: namens gezin, familie, vrienden, buren, werk, etc. Daarnaast was het belangrijk om de speeches qua omvang binnen de perken te houden. Het gezin wilde de ceremonie het liefst in max. 75 minuten doen. Zodat er ook nog ruim tijd over zou blijven voor de borrel. Daarom gaf ik sprekers een aantal woorden of minuten mee als maximum en overlegde ik met een enkeling die deze limiet ver overschreed. Dat klinkt heel streng, maar het is m.i. nodig om er samen iets moois van te maken. Je zou toch ook niet willen dat de ceremonie 2 uur duurt waardoor er maar een half uurtje borreltijd overblijft? Ik hou van deze regeltaken en vind het een uitdaging om van alle input en ideeën iets prachtigs te maken.
Direct na de ceremonie vond de borrel plaats in een heerlijk voorjaarszonnetje. De kist bleef binnen staan en iedereen had (en pakte) gedurende de borrel de kans om even naar binnen te lopen en afscheid te nemen. Gewoon even stil staan bij de kist, iets zeggen of iets schrijven op de kist. Toen het tijd werd om hem naar het crematorium te brengen was de kist druk en kleurrijk beschreven met de allerliefste woorden. Wat een mooi afscheidsritueel voor een bijzonder mooi mens.
Twee totaal verschillende uitvaarten. Twee verschillende mensen. Twee verschillende families met verschillende wensen en ideeën. Maar juist al die verschillen maken mijn werk zo boeiend. Ik zou werkelijk over íedere uitvaart iets moois, iets bijzonders, iets ontroerends kunnen vertellen. En in élke voorbereiding ontmoet ik openhartige, warme, unieke mensen die mij raken met hun verhalen.
Ik mis het werk in deze quarantaineweek, maar blik dankbaar terug op de ontmoetingen en ceremonies in de afgelopen tijd!