Ik mis je in alle kleuren

Laatst kocht ik het boek ‘Ik mis je in alle kleuren’ van Margeet Jansen (tekst) en Angelique Bosman (illustraties). Een boek met gedichten over rouw, voor kinderen en volwassenen. De teksten ontroeren me, door hun eenvoudige, rake taal. Omdat ik meer met woorden dan met beelden heb, gaat mijn aandacht vooral naar de tekst. Al zijn de beelden even eenvoudig en raak.
Jansen weet als geen ander alle emoties in een rouwproces prachtig te verwoorden. Zoals in het slot van het gedicht ‘Ik schrijf je vandaag wat dichter bij mij’:

ik schrijf je vandaag al mijn zorgen, mijn vragen
ik schrijf je wat ik je nog niet had gezegd
ik schrijf je vandaag alle woorden van binnen
die ik verdrietig opzij heb gelegd

ik schrijf je vandaag over al mijn geheimen
over tranen en alles wat ik daarmee bedoel
ik schrijf je misschien wel hoe boos ik nog steeds ben
hoe eenzaam, hoe bang en hoe rot ik me voel

ik schrijf je vandaag over dromen en wensen
over jou en mijn leven en ons allebei
ik schrijf je vandaag gewoon al mijn gedachten

ik schrijf je vandaag
wat dichter bij mij.

In een paar woorden komen vele facetten van rouw aan bod: vragen, tranen, boosheid, eenzaamheid, angst, verlangen. Door het te benoemen schept ze ruimte, schenkt ze erkenning. En daarin zit troost. Niet door het verdriet te bagatelliseren of te relativeren. Niet door te zeggen ‘kop op’, ‘het komt wel goed’. Maar juist door het verdriet te zien en te zeggen ‘huil maar’. Zoals in het gedicht ‘En ik dan?’, geschreven voor een jongetje dat van binnen huilt om zijn doodzieke zusje maar aan de buitenkant sterk wil zijn:

elke traan wil iets vertellen
elke traan heeft een gezicht
elk verdriet is een verhaal
elke traan een klein gedicht

dus huil jouw tranen op mijn schouder
ik sla mijn armen om je heen
straks wil je misschien weer sterk zijn
nu ben je even niet alleen.

Het verschil tussen binnenkant en buitenkant speelt in meer gedichten een rol. En juist omdat Jansen weet door te dringen tot de binnenkant, geeft ze de lezer het gevoel gezien te worden.

Ze ziet de schrijnende pijn van het gemis:

ik ben alleen maar pijn
ik pas mezelf niet meer

Ze ziet hoe mensen doorgaan met hun leven, inclusief de “beetjes blij”, terwijl toch alles anders is:

ik eet, ik drink, ik praat, ik doe
er zijn zelfs beetjes blij
maar alles heeft een rare smaak
want jij bent er niet meer bij

Ze ziet de onmacht om in woorden uit te drukken wat je voelt:

ik weet geen woorden en geen kleuren
niet waarom ik wat bedoel
ik weet niet hoe ik uit kan leggen
dat ik me soms zo eenzaam voel

En ze zoekt naar troost. In mooie herinneringen. In vriendschap en de nabijheid van anderen. In een steen. In schrijven en praten over je verdriet. In de gedachte, de ervaring dat wie je mist dichtbij je is.

in mijn dromen en gedachten
loop jij altijd met me mee
hand in hand, langs alle sterren
jij en ik, wij met z’n twee

zo blijf je heel dicht bij me wonen
een gouden randje aan mijn rouw
en kan ik misschien toch nog verder
verder leven zonder jou

En bovenal in de liefde.

gister is voorgoed voorbij

maar de liefde niet.

Ik vind haar gedichten juweeltjes.
Ze zeggen wat wij zo vaak niet zeggen kunnen.
Ze verwoorden diep verdriet, zonder loodzwaar te worden.
Ze bieden troost.
Aan kinderen én volwassenen.

Ik zou ze allemaal wel willen citeren hier.
Maar dat doe ik niet.
Koop het boekje! (ISBN 978-90-824424-0-3, te bestellen via http://www.woordenpalet.nl)

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.