In de afgelopen maanden heb ik ongelooflijk veel post gekregen. Op één van die vele kaarten wenst iemand mij toe dat “de vrede van je naam [Irene betekent in het Grieks vrede, IvdM] ook een plek vindt in je hoofd en je hart.” Een mooie wens die mij bijbleef en ook vragen opriep: Wat wenst deze persoon mij nou eigenlijk toe? Wat betekent vrede voor mij, in mijn leven? Ís er vrede in mijn hoofd en hart?
Deze wens raakte in mij een gevoelige snaar, omdat ik, als ik eerlijk ben, best vaak onvrede en ontevredenheid in mijzelf tegenkom. Dat is niet zo gek als je de lat doorgaans onmetelijk hoog legt. Dan ontstaat een gapende kloof tussen ideaal en werkelijkheid, tussen mijn hoge lat enerzijds en mijn leven van vallen en opstaan, falen en weer verder gaan anderzijds. Mijn kritische zelf ziet altijd mogelijkheden voor verbetering en is daardoor niet gauw tevreden. Dirk de Wachter schrijft in zijn laatste boek, De kunst van het ongelukkig zijn (Uitgeverij Lannoo 2019, p. 20): “We moeten niet per se het onderste uit de kan halen. Het excessieve als levensdoel hebben, kan problematisch zijn. Er zit soms een donkere achterkant aan. In mijn praktijk zitten wel eens succesrijke mensen die voor twee hebben geleefd, in de overtuiging dat je alles uit je bestaan moet halen. Ze zitten tegenover me en kunnen niet meer. Ze barsten in tranen uit. Dan denk ik: gewoon is ook goed.”
Het zijn vooral die laatste vier woorden die me treffen: “Gewoon is ook goed.” Niet buitengewoon, niet fantastisch en grandioos, niet op de eerste plaats of de beste positie, maar gewoon. Zijn wie je bent. Mens met prachtige talenten én lastige eigenschappen. Soms tot veel in staat en soms struikelend en vallend. Gewoon is ook goed. Dát is vrede vinden met mezelf: niet steeds boven mezelf uitreiken naar hoger, beter, meer, maar gewoon durven zijn, gewoon mezelf kunnen zijn. Ja zeggen tegen mezelf en mezelf – met alles wat in mij is aan moois en minder moois, aan donker en licht – omarmen. Op die manier kan ik vrede vinden in mijn hoofd en hart.
Dat klinkt allemaal erg individueel, alsof vrede iets is dat ik in mijn eentje kan vinden, een hoogstpersoonlijk proces van zelfonderzoek… Niets is minder waar. Andere mensen helpen mij enorm op deze weg naar vrede. Door mij ruimte te geven om mezelf te zijn, door mij lief te hebben gewoon zoals ik ben, met alles erop en eraan. Want “voor liefde hoef je niet buitengewoon te zijn”, aldus de mol. Gelukkig maar! Dat brengt een boel ontspanning, zelfs bij mijn kritische zelf. Want ook zij wil diep in haar hart niets anders dan liefde.