Wees niet bang

“Wees niet bang” (in andere vertalingen “Vrees niet”) klinkt meermaals in het kerstverhaal van de evangelist Lucas. De engel Gabriël zegt het tegen Maria als hij haar komt vertellen dat ze een kindje krijgt en net na de geboorte zegt een engel hetzelfde tegen de herders in het veld. Steeds is het een boodschap uit de hoge, een goddelijk woord. Ik snap dat het bedoeld is als geruststelling. Er zal maar opeens een engel voor je neus staan! Of een onbekende stem klinken, terwijl er niemand bij je is! Logisch dat de eerste woorden dan geruststellend zijn: wees niet bang!

En toch wringen die woorden bij mij. Want we zíjn soms bang. Allemaal kennen we angsten. Soms heel concreet: voor spinnen, voor onweer, voor kleine of juist grote ruimtes. Vaak zijn we bang voor het onbekende: voor een spannende uitslag, voor een ontmoeting met een vreemde of voor de onzekere toekomst. En onze diepste angsten zijn existentieel, ze horen bij dit bestaan: angst om te falen, angst om er niet bij te horen, angst voor eenzaamheid of voor de dood. Er is geen mens zonder angst, daarvan ben ik overtuigd.

Klinkt “Wees niet bang” in het licht van onze angsten daarom niet veel te makkelijk? Alsof dat zou kunnen: niet bang zijn, leven zonder angst! Als ik bang ben en iemand zegt tegen mij “Wees maar niet bang”, dan voel ik mij niet serieus genomen. Het is hetzelfde als “huil maar niet” zeggen tegen iemand die net in tranen uitgebarsten is. Het is misschien wel verleidelijk om zoiets te zeggen, omdat we die lastige emoties – angst, verdriet – liever niet zien. We willen ze met onze toverformule – “Wees niet bang” of “Huil maar niet” – maar al te graag doen verdwijnen. Maar dat zal niet lukken. Met als gevolg dat de angstige eenzaam achterblijft met zijn angst, de verdrietige met haar verdriet.

Een alternatief is naar de angst toe bewegen, haar omarmen. Dat voelt misschien in eerste instantie gek, maar het is zoveel heilzamer. Als ik bang ben om iets fout te doen en daarmee uit de gratie te vallen, dan kan ik die angst negeren of wegstoppen, maar dan keert ze keihard als een boemerang bij me terug. Ik voel dat aan de spanning in mijn lijf, een kort lontje, minder concentratie, een slecht humeur, etc. In plaats daarvan kan ik de angst beter begroeten en met haar in gesprek gaan. Waar ben je zo bang voor? Vertel eens… Ah, je bent bang om fouten te maken. En wat is dat, een fout? Wie bepaalt wat fout is? En stel dat er gebeurt waar je bang voor bent, wat dan? Wat is het ergste dat er zou kunnen gebeuren? Waar ben je het meest bang voor?

Juist als ik mijn angst omarm, haar met begrip en liefde tegemoet treed, wordt ze kleiner, zachter, minder dreigend. Ze is niet opeens verdwenen, dat kan niet en dat hoeft ook niet… maar ze wordt tot gezelschap waar ik goed mee kan samenleven. De angst heeft mij niet langer, maar ik heb (de) angst.

“Wees niet bang”, ik begrijp die woorden als geruststellende openingszin van de engelen. Maar ik zou ze in het dagelijks leven niet te vaak willen gebruiken. Want angst wil niet genegeerd of weggewuifd worden. Integendeel, ze wil gezien en serieus genomen worden. Zoals iedere emotie. Laten we dus moed verzamelen om onze angsten te ontmoeten. En méér dan dat: te delen met elkaar. Dan hoeven we het gesprek met onze angst niet altijd alleen aan te gaan, maar kunnen we het samen met anderen doen. En ontdekken we bovendien dat iedereen wel eens bang is. Zo verzacht het delen niet alleen onze angst, maar verbindt het ons ook nog eens met elkaar!
Was Kerst daar niet om te doen: vrede en verbondenheid?

3 reacties

  1. Mooi verwoord en helemaal waar.
    Zo’n 20 jaar geleden heb ik een 3-jarige cursus gevolgd (ging vooral over persoonlijke ontwikkeling). Aan het eind afgesloten door een scriptie. De mijne heette: “Angst, vriend of vijand?” En dat ging precies hierover. Angst wil gezien en gehoord worden en niet onder tafel geschoven.
    Wel ‘grappig’ dat jij hier nu over schrijft.
    Het valt niet altijd mee, en toch het werkt echt wel. En zoals je zegt, wat is nou het ergste dat kan gebeuren? Als je dát gaat benoemen, dan denk je, ok, en is dit dan zo erg?

  2. Dit is zo ontzettend waar. Helaas ook wel mijn neus gestoten tijdens mijn depressive periodes. Bijvoorbeeld ‘we hebben allemaal wel eens een mindere dag’. Daar zit je dan niet op te wachten, in tegendeel.
    Ik wens je mensen toe die begrip voor je hebben en geduld. En ook hoop ik dat je geduld met jezelf hebt. Heel veel sterkte met alles wat moeilijk gaat, waar je moeite mee hebt. Jij bent het waard om weer op de been te komen. Om je gewaardeerd te voelen, of wat ook maar de oorzaak is van je depressiviteit. Geef jezelf ruimte en tijd.

  3. In een kinderlied staat :Wees maar niet bang voor oorlog en geweld, waarom mag je daar niet bang voor zijn, dit bestaat. Mag ik niet bang zijn om alleen over te blijven, Alzheimer of kanker te krijgen? Als ik dit ga ontkennen, stop ik mijn kop in het zand.
    Kan ik proberen te accepteren dat het zou kunnen gebeuren, om daarnaast dankbaar te zijn voor alles wat nu goed gaat?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.