Heb je lief?

Ik heb me voorgenomen om in de komende tijd af en toe over een bijbelverhaal te schrijven. Mijn streven is om het verhaal te verbinden met ervaringen uit mijn eigen leven in de hoop dat dit jou uitnodigt om zelf ook in de spiegel van het verhaal te kijken.

Heb je lief? (Johannes 21: 15-19)
Ik vind dit verhaal één van de pareltjes in de Bijbel. Het is kort, maar tegelijkertijd zo ontroerend en krachtig dat ik er stil van word. Ik vind het daarom niet makkelijk om er iets over te schrijven. Het verhaal spreekt voor zich, het heeft mijn commentaar of uitleg niet nodig.

Laat ik dan in elk geval de voorgeschiedenis schetsen. Of beter gezegd: laat ik Petrus schetsen. Petrus was één van de twaalf leerlingen van Jezus. Een haantje de voorste. Als Jezus iets vraagt of zegt tegen zijn leerlingen, dan is Petrus vaak de eerste die reageert. Als een ijverige leerling die maar wat graag het goede antwoord wil geven. En hij wil er alles aan doen om zijn meester voor lijden te behoeden. Wanneer Jezus aankondigt dat hij zal lijden en sterven, is Petrus snel met zijn reactie: “Dat zal u zeker niet gebeuren!” (Mattheüs 16: 22) Maar die lijdensweg blijkt onvermijdelijk en Jezus voorziet dat iedereen hem zal verlaten. En weer is het Petrus die protesteert: “Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit! (…) “Al zou ik met u moeten sterven, verloochenen zal ik u nooit!” (Mattheüs 26: 33-35).

Het raakt me, de ijver van Petrus, zijn tomeloze inzet om een goede leerling te zijn. Het raakt iets in mijzelf: mijn ijver en inzet om de dingen die ik doe goed te doen. Geen half werk, nooit de kantjes eraf lopen, altijd mijn uiterste best doen. Dat leidt natuurlijk wel eens tot vermoeidheid, spanning, teleurstelling. Iets van die spanning proef ik ook bij Petrus. Hij overvraagt zichzelf en stevent onvermijdelijk op een teleurstelling af. Ik zou hem willen toeroepen vanaf de zijlijn: Petrus, Petrus, rustig aan. Het is al goed, je hoeft jezelf niet te bewijzen. Maar Petrus hoort het niet en heeft zijn belofte aan Jezus al gedaan: “Verloochenen zal ik u nooit!”
We weten hoe het verhaal verder gaat. Op de avond van Jezus’ arrestatie wordt Petrus door een aantal mensen aangesproken: “Jij hoorde ook bij die Jezus uit Galilea!” (Mattheüs 26: 69). Maar drie keer achter elkaar ontkent Petrus deze woorden. “Ik ken die man niet!”, roept hij tot slot woedend uit. Daarop kraait de haan.

Wie de lat heel hoog legt, kan tot grote hoogte stijgen, maar ook genadeloos hard onderuitgaan. Petrus overspeelde zijn hand. En hij huilde bitter. Zijn droom – ík zal Jezus behoeden voor gevaar, ík zal bij hem blijven, ík ben de held – valt in duigen. Hij is een illusie armer en een vraag rijker. Want wie is hij, nu hij niet de held blijkt te zijn? Wie is hij en wat is hij waard?

Met die vraag helpt de opgestane Jezus hem verder. Hij wil Petrus spreken, één op één. Niet om zijn woede of teleurstelling te uiten, niet om verwijten uit te spreken, niet om Petrus te veroordelen. Maar om driemaal aan Petrus te vragen: “Heb je mij lief?”
Wat een verademing, wat een ruimte, wat een liefde! Petrus wordt niet gedefinieerd door zijn verleden – noch door zijn successen noch door zijn fouten – maar door zijn liefde. Dát is wie Petrus is en wie wij kunnen zijn: liefhebbende mensen. Dát is wat ertoe doet: hebben wij lief? Hebben wij Jezus lief, of anders gezegd: hebben wij de weg van Jezus (dat is: de weg van de liefde) lief? Het is een vraag die we ons op ieder moment kunnen stellen en die ons in de ruimte zet, bevrijd van de last van het verleden, van angsten of van torenhoge verwachtingen. Zoals ik Petrus wilde toespreken vanaf de zijlijn, precies zó kunnen we onszelf toespreken: Rustig aan, het is al goed, je hoeft jezelf niet te bewijzen. Het enige wat telt is of ik kan en wil liefhebben. Die vraagt biedt me elke dag nieuwe kansen. Om mens te zijn. Een mens van vlees en bloed.

Stef Bos: Het lied van Petrus

3 reacties

  1. Ja, dat is een indringend gesprek van Jezus, kort daarvoor opgestaan uit de dood, met Petrus. Maar het gaat er toch niet om dat we “de WEG van Jezus” liefhebben? Het gaat hier toch niet om de geweldige ideeën en levenswijsheden die Jezus onderwees? Daar vraagt Jezus toch niet naar? Hij vraagt “heb je MIJ lief?”.

    Deze Petrus schrijft later aan gelovigen: “U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem …” (1 Petrus 1:8).

    Tja, waarom zou je Jezus zelf liefhebben?

    1. Zelf denk ik dat Jezus liefhebben betekent dat je bereid bent om Jezus te volgen. Liefde voor Jezus is dus heel praktisch. Niet zozeer een kwestie van gevoel of verstand, maar van daden en keuzes.

      1. Ok. Maar ik vroeg niet WAT het inhoudt om Jezus lief te hebben, maar WAAROM. Waarom zou je bereid zijn om hem te volgen? Waarom hem en niet een ander goed mens?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.